Klein Kruiskruid

Naar aanleiding van het onderzoek van de Voedsel en Waren Autoriteit en het persbericht in de media over Klein Kruiskruid in luzerne zijn er vragen ontstaan. Er wordt aandacht aan dit onderwerp besteed om verwarring te voorkomen en om een duidelijk overzicht te geven van alle informatie over Klein Kruiskruid. Hartog is al vele jaren bekend met de gevaren van Jacobs Kruiskruid en Klein Kruiskruid in de paardenvoeders. We weten hoe, waar en wanneer deze kruiden kunnen ontstaan. Door een strak georganiseerde teelt, oogst en verwerking met strenge controle in eigen beheer kan Grasdrogerij Hartog u garanderen dat deze kruiden niet in schadelijke hoeveelheden in onze paardenvoeders voorkomen.
Lees hier meer rondom het thema Klein Kruiskruid:
Omschrijving
Afmeting: 7 tot 50 cm.
Levensduur: Eenjarig.
Bloeimaanden: Januari t/m december.
Stengels: De stengels zijn niet of maar weinig vertakt en vaak iets behaard. Ze hebben geen klierharen.
Bladeren: De bladeren zijn iets vlezig en aan de bovenkant glanzend groen. Verder zijn ze langwerpig, veerdelig (meestal zijn ze tot op de helft ingesneden) met langwerpige getande lobben. Ook zijn ze gekroesd, meestal kaal en hebben ze een iets omgerolde rand. De onderste bladeren zijn naar de voet steelvormig versmald. De bovenste bladeren hebben geen steel en zijn al of niet stengelomvattend.
Bloemen: De gele bloemen zitten in losse pluimen met maar enkele bloemhoofdjes. De hoofdjes zijn 1 cm lang en 4 tot 5 mm breed. Meestal zijn er geen lintbloemen. Het omwindsel is hoog en zwart gevlekt en ongeveer 2 keer zo hoog als breed. De buitenkrans heeft ongeveer 16 blaadjes (tussen de 8 en 20).
Vruchten: De zaden zijn aangedrukt behaard. Het vruchtpluis is wit.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op droge tot vochtige, voedselrijke, humus houdende, zwak zure tot kalkhoudende grond (alle grondsoorten).
Groeiplaatsen: Omgewerkte grond, duinen, greppels, puin, kapvlakten, plantsoen, tussen bestrating, oude muren, open bermen, perken, moestuinen, akkers, stoepranden, wegranden, stortterreinen, nieuwe dijken en vlierbosjes langs de kust.
Wereld: Europa. Nu in alle werelddelen, in streken met een gematigd klimaat.
Gevaar
Zolang de plant groeit en bloeit is er voor paarden, koeien, geiten en schapen weinig risico. Klein Kruiskruid smaakt bitter en wordt normaal gesproken niet gegeten. Wanneer een paard op grasarm land loopt en niet voldoende wordt bijgevoerd of wanneer het land overbegraasd wordt bestaat de kans dat het paard of de pony wel van de plant eet.
Klein Kruiskruid is net als Jacobs Kruiskruid zeer gevaarlijk wanneer het wordt ingekuild of gehooid. De plant verliest na het maaien haar typerende geur, kleur en smaak, waardoor paarden de plant niet meer als giftig herkennen. Na het maaien blijft het gif werken. Graseters eten op stal hun dagelijkse hooirantsoen en krijgen de giftige stoffen binnen. (de zogenaamde alkaloïden).
Alle delen van de plant bevatten giftige stoffen. Dit zijn de zogenaamde Pyrrolizidine Alkaloïden (PA’s). De stoffen worden geproduceerd om vraat door herbivoren (zoogdieren, insecten) tegen te gaan. Het gif percentage is net voor de bloei het hoogst.
Ziekte verschijnselen
Hoe beschadigen PA’s de lever?
Zoals eerder genoemd kan PA vergiftiging veroorzaakt worden door zowel het eten van veel PA bevattende planten in een korte tijd als door het regelmatig eten van kleinere hoeveelheden gedurende een langere periode. Hoewel beide soorten PA vergiftiging (acute en chronische) tot leverschade kunnen leiden, hebben ze een verschillend effect op de lever.
Acute vergiftiging
Bij acute vergiftiging ontstaat er sterfte van cellen in de lever dit wordt ook wel necrose genoemd. Hierbij worden de cellen aan een hoge concentratie PA’s blootgesteld. Het resultaat hiervan is dat er veel dood weefsel in de lever ontstaat. Het lichaam van het paard denkt dat er een infectie optreedt in de lever en kan hier enorm ziek van worden. Een paard of pony kan afhankelijk van de schade herstellen of dood gaan. De lever kan niet meer hetzelfde opgebouwd worden als voorheen er zal hier door een verlies van de leverfunctie optreden. Het verlies van veel leverfunctie kan in verschillende ziekteverschijnselen resulteren.
Chronische vergiftiging
In tegenstelling tot acute PA vergiftiging leidt chronische vergiftiging niet tot grootschalige necrose. De kleine hoeveelheden PA’s zullen de cellen enkel licht beschadigen. De licht beschadigde cellen zullen anders gaan functioneren en gaan stofjes produceren die de andere cellen laten weten dat ze beschadigd zijn. Dit wordt ook wel apoptose genoemd. Apoptose leidt dus niet tot lever ontsteking. Wel kan er een licht verlies van de leverfunctie optreden. De verloren cellen worden vervangen door cellen die zich nog steeds kunnen delen en als levercellen slecht licht beschadigd zijn kunnen ze soms zelfs herstellen. Hieruit blijkt dus dat er onder een bepaald niveau PA vergiftiging er geen onherstelbare leverschade zal optreden.