Oudere paarden deel 1: Oudere paarden optimaal voeren

Het voermanagement van oudere paarden is een uitdaging. Er zijn geen vaste criteria die een “senioren paard” of het “oudere paard” definiëren. De voedingsbehoeften van oudere paarden verschillen van die van volwassen paarden vanwege de veranderingen in hun metabolisme en hun verminderde verterings-efficiëntie. De eerste stap naar een passend rantsoen voor het seniorenpaard is bepalen of het paard wel een senior is.
Is een 18+ paard senior?
Er zijn drie criteria waarmee vastgesteld kan worden of een paard een senior is, de eerste is chronologisch. Chronologisch houdt het aantal levensjaren in. Nummer twee is fysiologisch, dit wordt bepaald door de vitaliteit van het paard. Oftewel in hoeverre de fysiologische functies, bijvoorbeeld die nieren en longen nog werken. De derde en laatste manier om leeftijd te bepalen is demografisch. Dit wordt bepaald door de leeftijd van het paard ten opzichte van de gehele populatie of de rest van de kudde. Deze manier is niet van belang bij het samenstellen van een rantsoen.
Er is geen vaste chronologische leeftijd vanaf wanneer een paard als senior wordt beschouwd. Over het algemeen wordt de grens bij 18 of 20 jaar getrokken. De chronologische leeftijd is niet genoeg om de voedingsbehoeften van paarden te bepalen omdat er grote verschillen zijn tussen ouder wordende paarden. Twee paarden van dezelfde leeftijd kunnen behoorlijk verschillen in vitaliteit. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat één van de twee paarden ziek is geweest of een chronische ziekte heeft. Deze paarden hebben dus dezelfde chronologische leeftijd maar verschillen erg in fysiologisch functioneren. Bepalen of een paard senior is doe je door rekening te houden met de chronologische leeftijd, fysiologische status (de vitaliteit) en fysieke tekenen van veroudering.
Fysieke signalen en aan leeftijd gerelateerde ziekten van het oudere paard
Ieder paard is een individu en ondergaat in eigen tempo verschillende fysieke veranderingen bij het ouder worden. Naarmate paarden ouder worden ondergaan ze ook fysiologische veranderingen, daardoor worden ze gevoeliger voor bepaalde ziektes. De meest voorkomende lichamelijke tekenen van veroudering en veel voorkomende ziektes bij oudere paarden zijn:
- Vermagering
- Verlies van spiermassa
- Holle groeven boven de ogen
- Grijze vacht
- Gebitsproblemen
- Verminderde darmwerking
- Een doorgezakte rug / ingevallen rug
- Ingevallen flanken
- Artrose/ Artritis
- Gedragsverandering
- Equine Metabool Syndroom (EMS)
- Insulineresistentie (IR)
- Hoefbevangenheid
- PPID (voorheen de ziekte van Cushing)
- Nier- en leverfalen
- Grotere kans op koliek
- Ziekte door veranderende hormoonhuishouding
Veel fysieke symptomen zijn aan elkaar gerelateerd. Gebitsproblemen veroorzaken bijvoorbeeld gewichtsverlies en verlies van bespiering. En zo zijn paarden met Equine Metabolic Syndrome (EMS) gevoeliger voor Insulineresistentie (IR) en hoefbevangenheid. Het is het beste om het rantsoen van een ouder paard aan te passen voordat het paard klachten krijgt. Om het rantsoen te optimaliseren moet eerst de behoefte van het paard worden vastgesteld.
Voedingsbehoefte van oudere paarden
Op dit moment zijn er nog weinig onderzoeken gedaan naar de voedingsbehoeftes van oudere paarden. Dit is lastig omdat er zoveel variatie is tussen paarden en de manier waarop individuen ouder worden. Er zijn dan ook geen specifieke voedingsbehoeftes vastgesteld voor senioren paarden in het Tabellenboek Veevoeding 2016, dit boek wordt in Nederland gebruikt bij het berekenen van behoeftes en rantsoenen voor paarden. Gezonde oude paarden doen het vaak goed op een rantsoen samengesteld voor de onderhoudseisen van gezonde volwassen paarden. Naarmate het paard ouder wordt neemt het vermogen om voedsel te verteren en het opnemen van voedingstoffen in de darmen af. Daardoor hebben deze paarden een hogere behoefte aan energie (EWpa), eiwit (Vrep), vitaminen en mineralen. Ongeacht de leeftijd variëren energiebehoeftes per individu. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van de manier waarop paarden gehouden worden. Bijvoorbeeld of de paarden op stal staan, met weer en wind buiten staan en of het paard wordt getraind. Sommige leeftijd gerelateerde ziektes veroorzaken gewichtsverlies, deze paarden hebben een hogere energie (EWpa) behoefte. Er zijn ook aanwijzingen dat oudere paarden verteerbaar ruw eiwit (Vrep) minder goed kunnen verteren waardoor hun eiwitbehoefte wel 12 tot 14% hoger kan liggen. Essentiële aminozuren zoals tryptofaan, lysine en threonine zijn voor oudere paarden belangrijk om spiermassa te behouden.
Vitaminen en mineralen voor oudere paarden
De minder efficiënte vertering zorgt er ook voor dat er een hogere concentratie vitaminen en mineralen in het rantsoen aanwezig moeten zijn. Volwassen paarden kunnen zelf in de lever uit glucose vitamine C vormen, bij oudere paarden neemt de productie af doordat de lever minder functioneert. Bij oudere paarden met gezondheidsklachten zoals PPID en/of hoefbevangenheid wordt door paardenartsen een rantsoen met een constant beperkt suiker en zetmeelgehalte geadviseerd. Bij een laag suiker- en zetmeelgehalte is het raadzaam om vitamine C toe te voegen aan het rantsoen. Fosforbehoeften kunnen hoger zijn bij oudere paarden (0,4 tot 0,65%), terwijl calcium op onderhoudsniveau moet blijven om de Ca: P-verhouding van ongeveer 2: 1 te behouden. Net als vitamine C wordt er in het paardenlichaam ook vitamine K gevormd. Vitamine K wordt niet door het paard zelf gemaakt maar door de bacteriën in de dikke en blindedarm. Omdat de darmactiviteit bij oudere paarden afneemt is er aan de Hartog 5* Complete Care Senior ook vitamine K toegevoegd. Senioren paarden hebben veel (licht) verteerbare vezels in hun dieet nodig, deze vezels houden de darmflora gezond en geven het paard langzaam vrijkomende energie. Om de maag- en darmflora te beschermen en ondersteunen is het raadzaam om aan elk senioren rantsoen Hartog Digest toe te voegen.
Het meest ondergewaardeerde onderdeel van elk paardenrantsoen is water, dit is ook voor oudere paarden van essentieel belang. Wateropname is vooral belangrijk bij oudere paarden om obstipatie (verstopping) te voorkomen. Rantsoenen voor oudere paarden moeten gebaseerd zijn op het individuele paard en de specifieke omstandigheden zoals een slecht gebit of een (aan leeftijd gerelateerde) ziekte.
Voermanagement voor senioren
Het voermanagement van oudere paarden hangt grotendeels af van de conditie van het gebit. Senioren paarden hebben vaak gebitsproblemen zoals ontbrekende tanden, ongelijkmatige slijtage of scherpe punten die eten en drinken moeilijk en soms zelfs pijnlijk maken. Meer weten over het gebit van oudere paarden? Het hoofddoel van een rantsoen is een gezonde Body Conditie Score te realiseren of te behouden, dit helpt voedings gerelateerde stoornissen en ziektes te voorkomen. Zoals voor elk paard is de basis van het rantsoen ruwvoer.
Ruwvoer voor oudere paarden
Paarden hebben minimaal van 1 -1,5% van hun lichaamsgewicht in droge stof uit ruwvoer nodig per dag. Senioren paarden hebben hooi van hoge kwaliteit nodig met goed verteerbare vezels om hun verminderde spijsvertering te compenseren. Paarden die gebitsproblemen hebben en geen (langstengelig) ruwvoer meer kunnen eten zullen ruwvoer vervangers aangeboden moeten krijgen. Er zijn veel verschillende soorten ruwvoer vervangers voor oudere paarden op de markt. Zoals grasbrok, gehakseld ruwvoer zoals de Gras-mix, bietenpulp of ruwvoer in de vorm van seniorenvoer Hartog 5* Compleet Care Senior.
Tip! Voer voor oude magere paarden: Senior paarden kunnen het beste apart gevoerd worden van andere paarden zodat ze ongestoord kunnen eten. Senioren paarden, vooral diegene die lijden aan chronische pijn door bijvoorbeeld artritis, zijn vaak onderdanig en minder weerbaar en zullen gemakkelijk worden weggejaagd tijdens het voeren door vitalere paarden.
Lees in het volgende artikel verder over hoe het paardengebit werkt: Oudere paarden deel 2 Het paardengebit: hoe werkt het?
Deel 3: Het gebit van oude paarden
Deel 4: Oude paarden aan laten komen en op gewicht houden
Deel 5: Hormoonhuishouding van het paard
Deel 6: Ziekte door veranderende hormoonhuishouding
Deel 7: Slecht humeur door stilstaan
Deel 8: Pijn bij paarden door slijtage
Deel 9: Verminderde darmwerking bij oudere paarden
Deel 10: Het voeren van oude paarden